De diagnose wordt gesteld na iemands anamnese (ziektegeschiedenis) en neurologisch onderzoek. Als de patiënt staat, hoort de arts – via een stethoscoop op het been – een soort helikoptergeluid. De diagnose OT wordt meestal bevestigd na een spieronderzoek. Elektromyografie (EMG) op de benen (plakkers) meten de samentrekkingen van de spieren. De snelheid daarvan kan variëren tussen de 13 en 18 Hz. Een enkele keer worden zelfs 21 trillingen per seconde gemeten.
Deel ons op: